Volgens mij heb ik jullie wel is verteld van mijn ‘niet reanimeren penning’. Ik ben een van de weinige mensen die het ding op mijn leeftijd al draagt. Dat ik die penning heb betekend niet dat ik tegen reanimatie ben, ik heb zelfs een AED aan de voordeur hangen. Iedereen verdient een kans, en zonder dat ik daar wat van moet vinden. Gisteren reanimeerde ik een 90 plus patiënt en dat deed toch een klein beetje pijn.
Hoe je het wend of keert is een reanimatie een flinke aanslag op je lijf, als voorbeeld? Bij de eerste stoot op de borstkast van mijn patiënt brak ik zeker 6 van zijn ribben. Het hart is er mee gestopt, of heeft op zijn minst een elektrische vastloper, dat brengt schade met zich mee. De grote en kleine bloedsomloop vallen stil en wij als persoon moeten dus manueel dat hart laten pompen door op de borstkast te duwen.
Advance care planning (ACP)
Dit advance care planning is iets wat al jaren een getouwtrek is, zeker de oudere generatie huisartsen willen hier nog niet aan. Hoe vaak ik in het ziekenhuis wel niet heb gehoord: “Sorry maar de kans dat u bij deze behandeling eindigt als kastplantje of u overleefd het überhaupt niet.” Keihard, maar wel de waarheid. Dat Advance Care Planning is vooral bedoelt om met je patiënt te bespreken hoe dat naderende einde ingevuld moet worden. Maar ook om te vertellen wat bepaalde consequenties zijn van behandelingen.
23:02 – De overdracht is geweest
Ik loop met mijn collega mee, we zouden nog een bakkie koffie doen. Koffie is mijn antwoord op alles inmiddels, zonder mijn bakkie koffie wordt het een lange nacht. Toch alsof ze het roken rammelde mijn pieper binnen twee minuten met vijf alarmen, ik heb me verontschuldigd en ben gaan lopen. Toiletgang hier, paracetamol daar en dit woonzorgcentrum heeft drie woonlagen dus 10.000 stappen zijn zo gemaakt.
23:10 – Iedereen zit op de pot en ik wilde net zelf naar het toilet.
*piep*, ik sta met de deur van het toilet in mijn handen. Ik kijk eerst even wat dat echtpaar wilt en ik loop de trap af. *klop* en trek de deur open. Daar hing hij, voeten buitenboord, half echter over op bed. Alsof hij nog had op willen staan. Natuurlijk weet ik dat het niet alsof was, hij heeft gewoon op willen staan.
Zijn vrouw zegt: “Hij gilde zo, volgens mij ging het niet goed.” Ik loop naar zijn bed en begin met schudden, geen reactie, daarna zijn naam, weer geen reactie. Wat ik zie? een man van in de negentig met bloed uit in mond, stuwbloed? Het was bloed met belletjes. Met een snelle ram op de noodknop probeer ik de collega’s te waarschuwen, het werkt niet. Andere noodknop, nog niks…
Ik bel, ondertussen ruk ik het pyjama jasje aan gort en ga ik met mijn knokkels hard over zijn borstkast heen en weer. 0,0 response en dit is het start sein om de reanimatie setting op te starten. Wij hebben in Nederland niet een ‘code blue’ zoals ze dat in Amerika kennen. Dit is ook geen ziekenhuis dus een reanimatie protocol is er niet. Als mijn collega opneemt roep ik dat ze NU naar kamer… moet komen en mijn collega mee moet nemen.
Dan start ik met het Covid reanimatie protocol, waarom Covid? Omdat je dan niet hoeft te beademen, gezien het bloed en omdat ik hier geen idee heb of deze patiënt iets onder de leden heeft wat ik met het blote oog niet kan zien. Daarom lijkt het me niet verstandig om zijn bloed tot mij te nemen.
Ik duw en hoor onder mij gekraak, hard… oorverdovend bijna, de ribben.
23:20 – Collega loopt binnen en ziet mij bezig,
Ze staat me een beetje verschrikt aan te kijken, ik roep, nou ja schreeuw dat ze een laptop moet halen van kantoor. Ze verdwijnt en binnen dertig seconden later staat ze weer in de kamer, ik roep mijn wachtwoord op en ze zegt: ‘groen hart’. Ik moet door! Ik draag haar op om de voordeuren van het slot te halen en de andere collega te melden dat ze een AED moet gaan halen. Ondertussen is het 23:30
112: Alarmcentrale 112, wilt u politie..
Ik: ambulance
112: Ambulancedienst, wat is de….
Ik: [plaatsnaam en adres], gaat om patiënt met geboortedatum, BSN, kamernummer. Reanimatie is gestart.
112: waar bent u aan het reanimeren,
Ik: slaapkamer, als mijn collega er is dan til ik deze patiënt naar de woonkamer.
Ik: Geen burgerhulpverleners alsjeblieft.
112: die zijn al opgeroepen maar die annuleer ik.
De reden dat ik dit zo specifiek vroeg? We zijn een instelling met medicatie, apparatuur etc. Ik weet niet wie ik binnen haal of wie er met hun naar binnen lopen.
22:35 – Samen met mijn collega heb ik al wat rondjes er op zitten,
112 heeft inmiddels opgehangen, de ambulances zijn aanrijdend, de politie is aanrijdend en er zijn toch burgers gekomen.
De ambulance, ik krijg steeds minder lucht in de longen van die man. De beademing is alles behalve effectief, maar goed we gaan door en door en door. De AED heeft al een paar keer aangegeven dat er geen shock kan worden gegeven, achter in mijn hoofd is er een stemmetje dat zegt: “Dit is Asystolie, dit gaan we niet meer herstart krijgen.”
22:45 – eindelijk.
Als de ambulance aanwezig is worden we afgelost, 6 man politie stampt binnen. Ik ben nog nooit zo blij geweest dat ik de ambulance heb zien aankomen. Dat reanimeren is niet alleen een aanslag voor de patiënt maar ook voor ons lichaam, als je een goeie work-out wilt? Koop een life save Annie, iedere dag 20 minuten en je hebt de cardio weer gehad.
22:50 – de Ambulance neemt over
Zo, ik kan gaan zitten. Ik voel dat mijn hartslag de 150 bpm heeft bereikt, ik bel de familie om toestemming te vragen om te stoppen. Dat doe ik niet uit eigen beweging maar in opdracht van de ambulance, ik bel en leg uit wat er gebeurt en wat de voors en tegens zijn. We moeten doorgaan, en dat vind ik maar goed ook eigenlijk want anders moet familie leven met de keuze dat zij hebben gezegd dat. Misschien had vader er wel…. De 20 minuten zijn gestart.
23:10 – Tijd van overlijden
De tijd wordt uitgesproken, zoals je dat in films ziet… Tijd van overlijden 23:11. Iedereen wordt om toestemming gevraagd, we zijn klaar. Nu begint mijn werk weer, de deur gaat dicht en de ambulance ruimt op. Ik wacht op familie en vertel dat hun vader het niet heeft gehaald ondanks de reanimatie.
Na wat uitleg vertel ik dat ze nog even moeten wachten tot de ambulance klaar is en naar buiten komen.
Na praten.
Ik loop naar beneden om mijn collega’s te spreken, ze hebben super gehandeld. Ik spreek mijn dank uit en dat ik hun leidinggevende ga mailen om te melden dat er slachtofferhulp nodig is. Voor hun was het de aller eerste keer, voor mij was dit de dertiende, misschien zelfs wel de veertiende ik hou dat niet meer zo bij. Maar ik wil wel dat ze hulp krijgen, hun werkplek moet niet ineens een drempel worden.
Na zorg is heel belangrijk en ik vertel dat ze vooral moeten blijven praten, praten is de sleutel want opkroppen is nooit goed!
De rust keert weer.
We hebben alles gedaan wat kon en tegen 3 uur werd het huis weer rustig, tijd om even uit te blazen!