Een dag uit het leven van een zorgverlener: chaos met een glimlach

Een dag uit het leven van een zorgverlener: chaos met een glimlach

Er zijn van die dagen dat je denkt: Vandaag hou ik het netjes. Vandaag ben ik een volwassen, professionele zorgverlener.
Nou… die gedachte had ik dus ook. Kort. Heel kort.

Ik begin mijn dienst met frisse moed, twee koffie en nul verwachtingen. Ik fiets de wijk in en Marc (m’n fiets, voor wie nieuw is: ja, mijn fiets heeft een naam, en nee, daar schaam ik me niet voor) begint al te piepen alsof hij voelt wat voor dag het wordt.

Cliënt 1: De Ontsnapping van de Steunkous

Ik trek een steunkous aan die meer weerstand biedt dan mijn eigen motivatie op maandagochtend. Net wanneer ik denk dat hij om de paal zit, schiet dat ding met de kracht van een katapult tegen de kledingkast. Mevrouw kijkt me aan alsof ik een mislukte circusartiest ben.
“Nou, dat was een leuke act,” zegt ze.
Ik glimlach professioneel. Binnen huil ik een beetje.

Cliënt 2: De Mini-Tsunami

Ik zet een douche aan. Wat kan er misgaan?
Nou… alles.
Binnen drie seconden verandert de badkamer in een subtropisch zwemparadijs. Het water spuit niet uit de douchekop… maar uit de slang. Richting mij, het plafond en richting alles wat droog had moeten blijven.

Mevrouw roept: “Het lijkt wel de Efteling!”
Ik denk eerder Titanic.

Cliënt 3: De Poëtische Poepmelodie

Ik kom binnen en hoor meteen: “Sjuul… ik moet poepen.”
Zo’n zin die iedere zorgverlener ‘s nachts in koude zweetaanvallen terug hoort.

Ik loop naar het toilet en daar gebeurt het: het soort geluid dat in geen enkel orkest thuishoort.
Mevrouw lacht. Ik lach. De wanden huilen.

En midden in de uitbarsting vraagt ze bloedserieus:
“Kun je het raam open doen, voor de buren?”
Voor de buren!

Cliënt 4: De Gladheidswedstrijd

Ik wil net vertrekken als ik uitglijd over… tja… iets nat. Iets glibberigs. Iets waarvan ik hoop dat het water is maar mijn hart zegt dat ik beter niet kan vragen.

Ik doe een soort pirouette waar menig kunstschaatser jaloers op zou zijn, land op mijn voeten en roep:
“Dat was express hoor!”
Mevrouw: “Jongen, ik ben blind, maar zelfs ik zag dat het misging.”

Touché.

En dan… het einde van de route

Ik stap weer op Marc. Marc weigert.
Of eigenlijk: de accu weigert.
Daar sta ik dan. Een vermoeide broeder, een dode fiets en een hoofd vol situaties waar zelfs Netflix geen script van durft te maken.

Ik schop tegen de band.
Marc geeft geen krimp.
Ik denk: Ach, dat wordt weer 7 kilometer meditatie op pure frustratie.

Conclusie van de Dag

Ik stink naar een mix van AXE, stress en iets waarvan ik het bestaan liever ontken.
Mijn uniform is doorweekt.
Mijn ego is gekneusd.
Maar hé:
Iedere cliënt lachte. En dat maakt het de beste rampendag ooit.

Oh hallo daar 👋
Het is leuk je te ontmoeten.

Meld je aan om op de hoogte te blijven van Broeder Sjuul!

We spammen niet! Lees ons privacybeleid voor meer info.