Praten is zilver, zwijgen is goud.

Soms is luisteren veel belangrijker dan praten. Kennen jullie het spreekwoord:

Praten is zilver, zwijgen is goud!

Dat leerde Mike mij, het is een jonge gast met teelbalkanker. De officiële term is testiscarcinoom, inmiddels is Mike op remissie of zelfs al helemaal genezen verklaard. Af en toe zoek ik hem nog op, lang leven de sociale media. Noem me een stalker maar soms is het fijn om te zien hoe het iemand vergaat, vergeet niet dat bij het vertrekken van een patiënt we niets meer weten. Ik doe het niet altijd maar soms vind ik het heerlijk om te zien dat iemands leven doorgegaan is.

Mike was 19 toen hij op de kinderafdeling terecht kwam, tegenover de kinderafdeling zat mijn afdeling. De oncologie afdeling daar ligt mijn hart, niet dat een andere afdeling in mijn ogen minder is. Ik verleen op iedere afdeling zorg en ik doe dat met heel mijn hart, ziel en zaligheid. In het midden van de twee afdelingen zat het liftenplein en de patiënten recreatiezaal. Tussen 12 en 13u was dat het hok voor het pauzepersoneel dat niet in de zusterpost wilde lunchen. Dus samen met mijn club übercoole collega's en artsen namen we plaats in de uitgestorven zaal, er zat één patiënt en dat was Mike.

Kinderafdeling mag de kinderafdeling niet verlaten

er geld één afspraak in het hele ziekenhuis, de kinderafdeling is gesloten. Je mag als patiënt er niet af, voor Mike werd een uitzondering gemaakt. Mike was namelijk 19 en omdat er geen plek was op de normale unit werd hij op de kinderafdeling in een lege kamer opgevangen, toch was hij daar liever niet. Dat snap ik want zieke kinderen zijn ook heel confronterend om naar te kijken, ik kan daar zelf ook niet mee dealen.

Hij ligt er nu drie dagen en de meeste tijd zat hij met zijn studieboeken in de recreatiezaal. Vandaag vond ik hem er heel slecht uit zien, hij was lijkbleek en hij had hele diepe donkere kringen onder zijn ogen. Het was een soort spook van de opera geworden!

Roddelen

Het clubje waar we mee zaten was het clubje dat mij wegwijs heeft gemaakt in het ziekenhuis, in mijn vrije tijd kwam ik nog wel is terug om met de artsen samen te kijken naar bepaalde procedures. Gewoon omdat ik ze gezien wilde hebben, de oude garde vond mij daarom niet altijd even leuk. Maar goed ons dagelijkse roddel half uurtje kon van start, we hadden het over partners, datingleven, kinderen. Alles eigenlijk behalve over de zorg en onze patiënten of collega's, de pauze was ervoor om even niet te hoeven werken en ondanks onze witte pakken normaal 'mens' te kunnen zijn.

Dokter Jasper die had een nieuw vriendinnetje, ze waren naar Scheveningen geweest voor de eerste date. De moeder van mijn collega ligt slecht, en zo hebben we 30 minuten vol gepraat over onze levens. We zijn werkvrienden geworden, buiten het werk zagen we elkaar niet echt maar tijdens het werk dan konden we allemaal heerlijk praten en leken we de beste vrienden van elkaar.

Collega ziet het ook.

Mijn collega fluisterde: "Wat ziet hij eruit, eerste chemo dag?" Naar eer en geweten zei ik dat ik het niet wist. Mijn collega staat op en loopt naar hem toe, gaat naast hem zitten en legt een hand op zijn schouder. Mike begint te huilen, hard, snottebelblazend en schokkend. Ik vraag de dokters door te geven dat we wat vertraagd zijn, de artsen beginnen hun rondes en samen met nog een collega gaan we bij hem aan tafel zitten.

Allemaal zwijgen we, we hoeven niets te zeggen, we kennen het, de eenzaamheid, de angst en de onmacht. Het is volkomen normaal dat iemand die ziek is een breakdown krijgt, laat iemand dan even begaan. Ik ben niet zo van de 'het komt wel goed!' Ik ga niets beloven wat ik niet waar kan maken, helemaal niet bij kanker. Gokken met kanker vind ik sowieso niet te doen, want als we het eindelijk onder controle hebben? Dan zal je net zien dat er wel ergens weer zo'n cel zegt: "Dacht het niet modderfokkers!" het is maar goed dat cellen geen middelvingers hebben want die zouden ze ongetwijfeld opsteken. Dus 'het komt wel goed', dat zal je mij nooit horen zeggen.

Alleen, zonder vrienden, zonder vriendinnetje

Hij begint met praten, het is zijn eerste chemodag, al zijn vrienden sturen foto's van een festival, zijn vriendinnetje heeft het gisteren uitgemaakt en zijn ouders komen vanmiddag pas. Hij voelt zich alleen en verdrietig, ik snap het wel want hij ligt hier en is ziek. Om hem heen gaat heel de wereld door alsof hij er niet toe doet, ik kan me wel voorstellen dat het steekt. Zijn vrienden zullen het wel niet slecht bedoelen, want ja welke 19-jarige staat stil bij de ellende om hem heen, neem het ze trouwens is kwalijk want als je heel de dag ellende ziet dan heb je geen leuk leven meer.

We hebben zo een half uurtje zwijgend naar hem zitten luisteren en hij werd steeds rustiger, natuurlijk hebben we uit de personeelskantine cola, chips en taart gehaald. Want hé daar knap je van op, lekker fout snacken als je jezelf ellendig voelt.




Over de schrijver
Ik ben Julian Hooikaas, 24 jaar oud en werkzaam in de zorg. Ik schrijf de leuke, maar ook de minder leuke gebeurtenissen in mijn vak op. Je leest ze hier voor mij is het een uitlaatklep en mijn steun en toeverlaat af en toe.